The Kid
prev.
play.
mark.
next.

:55:01
Wat heeft dat voor zin?
:55:03
Het litteken.
-Die zijn er zo veel.

:55:06
De moedervlek.
-kan toeval zijn.

:55:08
Ze gelooft ons wel.
-Dus niet.

:55:11
Ik weet 't zeker.
-Ze gelooft ons niet.

:55:14
Welles.
:55:15
Nietes...
-Welles.

:55:17
Ik wou dat ik op 'n tapijt stond.
:55:26
Zieje wel?
:55:39
Niet bijten.
-Bemoei je er niet mee.

:55:43
Ik geef blijk van angst
en verwarring.

:55:47
krijg nou wat.
:55:48
Negenennegentig kanalen,
en er is niets.

:55:54
Hoe is dit mogelijk?
:55:59
Ik heb geen idee.
:56:03
Moetje 'm zien.
:56:05
Je schaamtje dood.
:56:08
Niet voorjou.
:56:11
Je bent aanbiddelijk.
:56:16
Toen. Zoalsje toen was.
:56:21
Niet pulken.
:56:24
Dat kapsel.
Net Herman's Hermits.

:56:27
En ik praat
alsof ik m'n mond vol spuug heb.

:56:31
Dat is ook logisch.
:56:34
Is 't niet walgelijk
dat ik zo'n zielepoot ben?

:56:45
Waarom?
:56:47
Vind jij jezelfwalgelijk?
:56:52
Ik zie alleen maar vreselijke
herinneringen.

:56:55
Dingen die ik altijd
heb willen vergeten.


prev.
next.