The Kid
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:15:01
Soms krijg ik daarna 'n ijsje.
1:15:04
Maar ik vind 't rot
als ik iets fout doe.

1:15:08
Vorige week,
toen was ik een schroef kwijt.

1:15:12
Ik durfde 't niet te zeggen.
1:15:16
Later vond ik hem in mijn zak.
1:15:18
Ik heb 'm nog steeds.
1:15:26
Ik durf 'm niet terug te geven.
1:15:31
Heb je 'n negen ?
1:15:38
Vorig jaar had ik Mars Kinkelman
met kringgesprek.

1:15:41
Veel beter dan Mr. Lupus.
Met die paarse puist in z'n gezicht.

1:15:46
Ik herinner me geen puist.
Welke klas ?

1:15:49
Waarom vraagje al die dingen ?
1:15:51
Ik ben één voorval vergeten
dat belangrijk was.

1:15:55
Zonder dat kun jij niet terug.
1:15:58
Is 't niet die paarse puist ?
1:16:01
Niet de puist.
- Hij was best groot.

1:16:03
Verder over de tweede klas.
- Niemand had 'n puist in de tweede.

1:16:09
Mijn beste vriend was Tim Wheaton.
Weet je dat nog ?

1:16:15
Nee, niet meer.
1:16:16
Bij hem thuis
stonk 't naar vissticks.

1:16:20
Hij was mijn vriend
tot hij met Vince ging...

1:16:23
... en die andere rotjongens.
1:16:26
Hij gooide 'n steen naar me,
en dat was 't.

1:16:29
Een steen ?
1:16:32
Waarom ?
1:16:34
Ze staan in de verste hoek
van de speelplaats...

1:16:38
... om kinderen te pesten.
1:16:41
Achter de kleuterschool.
1:16:45
Waar de surveillant je niet ziet.
1:16:46
Bij de glijbaan ?
- Die hoge. Je weet 't nog.

1:16:50
Ga door.
- Ze zijn met z'n vieren.

1:16:52
Als ze tegen je zijn,
heb je geen leven.


vorige.
volgende.