:51:02
Hij weet dat hij niets kan doen,
maar hij gaat toch. Alleen.
:51:07
Hij is z'n tenen kwijt,
maar heeft drie mannen gered.
:51:11
Ze hebben hun leven
aan hem te danken.
:51:16
Waar is hij?
-Op de schouder, vermoed ik.
:51:21
Ze hebben z'n vrouw nooit gevonden.
Daarom blijft hij zoeken. Hij is gek.
:51:28
Dat is wat we nodig hebben.
-Ja. Pak de nitroglycerine maar.
:51:56
Heel slim om naast
de nitroglycerine te roken.
:52:00
Aan de andere kant... we hopen al lang
dat we je zouden zien pijpen.
:52:27
Waarom ga je mee?
-Voor het geld, natuurlijk.
:52:31
Skip heeft ons al maanden
niet betaald. Ik wil hier weg.
:52:36
Kun je klimmen?
:52:40
Peter wil weten of ik kan klimmen.
:52:43
Ze kan niet eens
een ladder opklimmen.
:52:47
Zo goed ben je dus?
:52:50
Ja, maar het was een hele hoge ladder.