:15:03
Ik moet werken vanavond.
-Ik weet het.
:15:07
Op de conferentie ga ik m'n paper
presenteren. Het moet gewoon even.
:15:14
Hier heb ik het voor gedaan.
:15:17
Ik wou dat je haar gehoord had.
-Weet je wat ik doe?
:15:21
Ik bel morgen Harvey Tomes
van de afdeling Psychiatrie. . .
:15:25
en ik zal eens naar die kerel vragen.
-Beloof je dat?
:15:29
Ja, ik beloof het.
:15:50
slaapkamer
Mary's zomerkleren
:16:25
Hé, dame. Wat doet u daar?
:16:29
Naar jou zoeken.
:16:32
Wat ben jij aan het doen?
-Ik wilde dit bij de buren bezorgen.
:16:37
Niet thuis?
-Ik geloof het niet.
:16:40
Wat ben je toch attent.
-Ik ben drie weken te laat.
:16:44
Ik heb m'n buren
een fles wijn gegeven.
:16:47
Blijf je?
-Nee, ik kom kijken hoe het met je is.
:16:50
Goed.
:16:53
ls dat zo?
:16:56
Waarom vindt iedereen dat
zo verbazend?
:16:59
Je enige dochter, met wie je
heel close bent, is het huis uit.