1:23:01
Hoe wist je dat nou ?
1:23:05
Laten we het 'n voorgevoel noemen.
- Je bent een genie.
1:23:10
Dan heb ik toch nog ergens
talent voor.
1:23:14
Voorzichtig.
1:23:17
Laat de motor draaien.
1:24:11
Ik ken jou.
1:24:14
'Double dickle met ijs.'
1:24:20
Ik vergeet nooit een drankje.
1:24:26
Ik vergeet nooit een Oola.
1:24:30
Ben je mij al vergeten ?
- Vernon ?
1:24:33
Ga naar binnen. Hij is gewapend.
1:24:36
Wie is er gewapend ?
- Jij. Laat vallen.
1:24:39
Rustig, Vernon.
- Hoezo Vernon ?
1:24:42
Waarom zit hij in m'n auto ? Omdat hij
gek is. Hij noemt iedereen Vernon.
1:24:47
Laat dat pistool vallen.
- Het is maar een klappertjespistool.
1:24:51
Gelul. Ik zie heus wel
of een pistool echt is.
1:24:58
Geef hier dat pistool.
1:24:59
Ben je wel goed bij je hoofd ? Je ziet
toch in wat voor toestand zij is ?