1:08:03
Ik ben 't.
1:08:05
Ik ben in de keuken.
1:08:08
Hoe is 't gegaan?
Kijk wat de dokter heeft meegegeven.
1:08:14
Hoe gaat 't met m'n prinses?
- Richie zit in 't gat.
1:08:19
Hoe bedoel je?
- Hij rende achter de bal aan.
1:08:23
Hij komt er wel uit.
- Hij zit er al vijf uur.
1:08:29
Wat kunnen we doen?
- Geen idee.
1:08:34
Ik weet al wat.
- Wat ga je doen?
1:08:37
Chocolaatjes. Dan komt ie meteen.
1:08:42
Wacht, ik ga met je mee.
1:08:46
Probeer deze 's.
1:08:49
Ik begrijp niet waarom ie er niet uit komt.
- Ik heb 't idee dat hij vast zit.
1:08:54
Maak je geen zorgen,
hiermee komt hij wel tevoorschijn.
1:09:00
Dat heb ik geprobeerd.
Ik hoor wel geluiden, maar hij komt niet.
1:09:05
Maak je geen zorgen. Hij komt er wel uit.
1:09:09
Wil je 'n omelet? Lk heb honger.
1:09:12
Het gaat wel goed met hem. Misschien
is hij verdwaald, maar hij is binnen.
1:09:17
Hij is niet op straat, maar bij ons.
1:09:32
Wat is er?
- Luister, ik hoor Richie.
1:09:45
Ja, dat is hem.
1:09:49
Wat gaan we doen?
- Wacht.