1:09:08
Waar gaan we naartoe?
-Je kunt me vertrouwen.
1:09:12
Dat weet ik.
1:09:14
Ik zou je nooit pijn doen.
1:09:20
Je zei eens dat ontmoetingen
soms 'zo moesten zijn' .
1:09:26
Misschien moest het
die avond zo zijn.
1:09:31
Toen ik je hand vasthield.
1:09:34
Wat bedoel je?
1:09:37
Misschien weet je 't niet meer.
Je was buiten bewustzijn.
1:09:43
Ik was er.
1:09:46
Ik was erbij die avond.
Bij 't ongeluk.
1:09:53
Waar heb je 't over?
-Misschien daarom onze ontmoeting.
1:09:59
Ik wil je helpen.
-Met mij is alles goed.
1:10:01
Ik denk van niet.
-Je doet alsof. Je liegt.
1:10:06
Ik lieg niet.
1:10:07
Goed. Ga dan daar naar binnen.
Dan ga ik met je mee.
1:10:11
Waarom doe je dit?
-Omdat je 'n gezin had.
1:10:15
Hou op.
-Vrouw en kind. Ik vind 't zo erg.
1:10:20
Ik wil dat je weer gaat leven.
-Ik wil er niet over praten.
1:10:24
Het is de waarheid.
-Laat 't rusten.
1:10:28
Jij houdt nooit op, hè?
-Ik wil graag weten wie je bent.
1:10:33
Maar dat lukt niet als je me buiten-
sluit. Ik kan me voorstellen. . .
1:10:38
Je kunt je niets voorstellen. Je
hebt geen idee wat ik heb gedaan.
1:10:51
Luister naar me. Je hebt niets
gedaan. Het was jouw schuld niet.
1:10:56
Ik heb de rapporten gelezen.
Die vrachtwagen. . . Toe, Catch.