:25:03
Kom maar, jochie.
:25:06
Hij komt niet, hij is bang.
:25:09
Dat is geen hond, maar...
Ik weet niet wat dat is.
:25:13
Een of andere opossum.
:25:16
Ik ken geen zwart-witte opossum.
Het is 'n stinkdier.
:25:20
Hoe weet je dat ? Die hebben wij niet.
- Hij lijkt op 'n stinkdier van de tv.
:25:27
Ik dacht dat ze stonken.
:25:31
Ze stinken niet.
:25:58
Daar gaan we.
:26:01
Logisch dat ie bang is.
Die rothelikopters.
:26:07
Wegwezen.
:26:11
Een lastige situatie voor de politie.
De verdachte gijzelt 'n jochie.
:26:20
Blijf waar je bent. Leg de bom neer.
:26:27
Dat is geen bom, maar 'n kat.
:26:34
Net als thuis. De agent is je vriend.
Hij is er om te helpen.
:26:40
Dat is geen kat, maar 'n stinkdier.
:26:46
Neem 't maar over.
:26:50
Zeg dit niet tegen mama. Ze begrijpt
dit soort mannenwerk vast niet.
:26:56
Op dat moment, vroeg in de middag...
:26:59
... wisten we niet dat
die bom 'n stinkdier was.