1:01:06
Je manier van zakendoen
is indrukwekkend.
1:01:09
We waarderen het hoe je het probleem
met de vrouw hebt opgelost.
1:01:13
Dat was geen probleem.
Ik heb trouwens een vraag.
1:01:17
- Antwerpen.
- Ja ?
1:01:18
- Hoe komt het geld weer hier ?
- Rustig. Ik zal je alles uitleggen.
1:01:24
Ik ben van plan je een grotere rol
in de organisatie te geven.
1:01:27
Uitstekend. Waar zien we elkaar ?
1:01:30
Om 17.00 uur houden we
een kort gesprek op de startbaan.
1:01:33
- Mooi zo. Welk vliegveld ?
- Wat zeg je ?
1:01:35
Welk vliegveld ?
1:01:39
Wat is dit ?
1:01:41
Ze struikelde toch ? Toen hielp jij
haar overeind. Waarom is ze dood ?
1:01:45
- Waar heb je het over ?
- Dit is de vrouw die ik bij jou thuis zag.
1:01:49
De vrouw die ik je zag vermoorden.
1:01:52
- Wat ?
- Wat bedoel je met "zag" ?
1:01:55
Ik kijk op jouw appartement uit.
Ik zie alles wat je doet.
1:01:58
Ik had het je moeten zeggen.
1:02:00
Meneer Halloran weet het. Wacht 's even.
Hoe ken jij meneer Halloran ?
1:02:04
O, God. We moeten dit echt bespreken.
1:02:06
Amanda, kom mee naar de auto.
We zijn al laat, hé ?
1:02:10
- Ik ga nergens met je heen.
- Ik denk dat we allemaal moeten...
1:02:14
praten.
1:02:31
Laat me los !
1:02:48
Volg hem !
1:02:49
Ik heb me vergist in de meisjes.
Ze zagen wel iets.
1:02:52
Laten we dit afhandelen.
1:02:54
Dit kan niet waar zijn.
Je gaat me vermoorden.
1:02:57
Je brengt me naar Jersey
en vermoordt me.
1:02:59
Stil ! Ik vermoord je niet.