:48:00
Vast omdat ie tweedehands is.
:48:02
Hij is niet tweedehands.
Alleen eerder gebruikt.
:48:06
Iemand kocht `m voor zijn kantoor
maar toen nam ie een secretaresse.
:48:10
Test, één, twee, drie.
-Dat is een goede code.
:48:15
Die kan ik onthouden.
Eén, twee, drie.
:48:18
Vier, vijf, zes.
-Zeven, acht, negen.
:48:21
Negen, tien, elf, twaalf.
-Snel. Hij neemt al op.
:48:27
'Hallo, dit is Sam.
Ik ben niet thuis.'
:48:31
Dat moet je natuurlijk niet zeggen.
Je zegt niet dat je niet thuis bent.
:48:37
Maar dan lieg ik.
-ledereen liegt.
:48:40
Je bent in de lucht.
-'Hoe gaat `t?'
:48:44
Misschien klink je iets te opgewonden.
:48:48
En misschien moet je `n lagere stem
opzetten, zodat Lucy je kan verstaan.
:48:54
Vooruit, Sam.
:48:55
'Hallo, Lucy. Leuk dat je me belt.'
:49:01
Dat was goed.
-Klonk ik als een goede vader?
:49:08
Maar `t is een algemene boodschap,
dus `t moet wat algemener klinken.
:49:15
'Hallo, dit is Sam, ik ben niet...'
Wacht even. 'Dit is Sam.'
:49:20
Je moet iets normaler proberen
te klinken.
:49:24
Vanuit het hart.
-Vanuit je hart.
:49:29
'Leuk dat je belt. Je spreekt met Sam.'
:49:35
Dat was een heel emotioneel moment.
-Dat was heel ontroerend.
:49:42
High Five.
:49:45
We hebben veel te bespreken
en ik heb 5 minuten.
:49:49
Je kantoor is op de 29ste verdieping.
:49:53
Dat is 29 verdiepingen omhoog
en de liften zijn daar.
:49:58
Tempo. Ik moet in vorm blijven.
Hartslag 120; dat moet 125 worden.