:34:02
We zullen ons amuseren met uw knecht.
:34:04
Hij is mijn knecht niet.
:34:06
Wat is hij dan, verduiveld?
-Mijn broer.
:34:30
Hoe kan u uw bloed vermengen
met dat van die wilde?
:34:36
Hij die m'n ongeluk deelt,
is geen wilde.
:34:39
Door Mani kon ik ontsnappen
aan de Engelsen.
:34:43
Ik dacht dat die beesten
kannibalen waren.
:34:46
Zoals u ziet, Mijnheer de lntendant,
is Mani geen beest.
:34:53
Zou je je kunnen voortplanten
met 'n vrouw van ons ras?
:35:00
Alle vrouwen zijn gelijk
als de kaarsen uit zijn.
:35:04
Ja, ze zijn wakker van geest.
:35:07
De lndianen sliepen met blanken
en kregen kinderen. We zijn gelijk.
:35:12
Da's snel gezegd.
't ls een beetje zoals met de negers...
:35:17
Wat denkt u ervan, Sardis?
:35:19
Uw bloedbroeder is vast 'n kind van God.
:35:22
Liet u hem dopen?
-Hij vroeg 't me niet.
:35:25
Goed zo. U gaat mee met de tijd.
-Mani heeft zijn eigen geloof.
:35:29
In zijn stam was hij
'n soort van priester.
:35:33
Hebben lndianen priesters?
Ze zijn verloren.
:35:36
Wat is hun geloof?
:35:39
Elke mens heeft 'n geestverwant
bij de dieren. Een totem.
:35:42
Leuk, maar ik begrijp 't niet.
:35:48
Wil je?
:35:58
Niet bang zijn. Het doet geen pijn.