:25:02
Daarvan heeft ze voor de baby...
:25:11
Breng ik 'r niet in verlegenheid?
:25:14
Mijn moeder is niet snel verlegen.
:25:18
lk heb 'n wollen vest voor haar.
lk heb 't zelf haast nooit aangehad.
:25:23
Kan ik haar dat geven?
- Daar zal ze vast blij mee zijn.
:25:34
Waarschuw haar eerst maar even.
:25:48
Gaat u toch zitten.
:25:57
Jouke, haal turf van zolder.
- Die is op.
:26:00
Lieve help.
- Dag, mevrouw Feenstra.
:26:04
lk kom zomaar binnenvallen.
- U staat alweer, zie ik.
:26:08
Mevrouw op bezoek. Gaat u maar even
op de mooie stoel zitten.
:26:12
Moeder, er staat een koets...
:26:15
Doe die klompen uit, snotjongen.
Kijk 's wat 'n modder. Eruit.
:26:24
Wat zie ik? ls de tweede al op komst?
Wat een feest, niet?
:26:32
Dus u komt even naar de jongste kijken?
:26:37
Ja, lieve schat van me.
:26:41
Je krijgt zo te drinken.
:26:46
Je krijgt zo wat.
:26:51
Hier, wilt u hem even vasthouden?
:26:54
lk had het gezien. Haar gezien.
:26:57
Er zat maar één ding op:
Niet zeuren, niet klagen.