:29:03
Je haar zit prachtig.
- Dank je.
:29:08
Zeg dat je van me houdt.
- Ik hou van je.
:29:10
Zeg iets romantisch.
- Zoals wat ?
:29:14
Zoiets als waarom ik de enige ben
die voorbestemd was voor jou.
:29:24
Mijn God, het eten.
:29:27
Ik heb je kast uitgeruimd. We
moeten pakken voor de huwelijksreis.
:29:31
Ik haat dit gebouw.
:29:34
Hou je kop.
:29:35
Je moet er niet op slaan.
:29:40
Ik ga klagen bij de huismeester.
:30:36
Waarom gaat ie af ?
U zei laatst dat ie in orde was.
:30:41
Het lijkt hier wel een rampgebied.
- Dank je, Gerald.
:30:45
Hier is 't.
- Ik moet weg. Ik kom er aan.