1:21:00
Vanwaar ineens zo vriendelijk?
1:21:03
Ik heb de laatste tijd nagedacht.
1:21:09
Ik heb me vergist.
Ik had het nooit moeten uitmaken.
1:21:14
We hebben toch alleen maar
één afspraakje gehad?
1:21:18
En je had gelijk.
We hebben toch niks gemeen?
1:21:23
Dat lag aan mij.
Ik sloot me voorje af.
1:21:26
We hebben meer gemeen
dan ik liet merken.
1:21:30
- Mr Shanahan, hoe gaat het?
- Hoe het gaat?
1:21:33
Ik voel me als een doorn
in een rozenbed.
1:21:37
- John brengt u naar uw tafel.
- Loopt u maar mee.
1:21:41
- Ik ga even naar het toilet.
- Wij gaan vast zitten.
1:22:05
Waarom slootje me buiten?
Daar ben ik benieuwd naar.
1:22:10
Ik vond je veel te oppervlakkig.
1:22:17
Mij?
1:22:18
Ik dacht datje
een heel oppervlakkige eikel was.
1:22:23
Hoe zeg je dat?
1:22:27
Het geeft niet.
1:22:29
De afgelopen weken heb ik gezien
op wat voor types je valt.
1:22:33
En nu weet ik dat het uiterlijk
je helemaal niets uitmaakt.
1:22:39
Je bent bijna ziekelijk onoppervlakkig.
1:22:44
Dat weet ik nog zo net niet.
1:22:48
Ik heb een idee.
1:22:51
Zullen we het eten laten inpakken?
1:22:54
- Waarom?
- Het smaakt vast veel beter in bed.