:48:01
lk pak je medicijnen.
:48:17
Mam, met mij.
Kun je me zo vlug mogelijk bellen ?
:48:21
lk moet je met je praten.
:48:28
Hoe ben je binnengekomen ?
:48:31
lk heb een sleutel laten maken
toen je in het ziekenhuis lag.
:48:38
Je hebt rust nodig.
:49:34
Twee meisjes in de kleedkamer
hebben niks gezien.
:49:37
Kom je hier altijd als eerste ?
:49:39
Nee. lk wil mijn tijd verbeteren.
Donderdag is onze eerste wedstrijd.
:49:45
Je liep zwaar hoofdletsel op
bij dat ongeluk.