1:04:01
Hij is echt knap.
-Stop terug in je broek.
1:04:04
Pak wat te drinken.
1:04:06
Voel je je niet op je gemak?
-Maak er eentje los.
1:04:13
Komt 't door de muziek?
-Nee.
1:04:15
We hebben ook Michael Bolton.
-Alabama.
1:04:21
Of is het de entourage?
1:04:29
Jullie hebben jurken aan.
-Jurk? Dit is 'n geloverde sensatie.
1:04:37
Dat is geen jurk.
-Meid toch.
1:04:42
Val aan.
Ik heb trek in iets lekkers.
1:04:46
Dank je. Of misschien
zijn ze voor Brandy.
1:04:49
Verzorg ze.
1:04:52
Leuk.
-Wat lekkers uit de oven.
1:04:57
Couscous voor iedereen.
-Heb jij dat gemaakt?
1:05:01
Wat zeg je nou?
-Maken, kopen. Wat is 't verschil?
1:05:06
Mijn god. Niet te geloven. Bij
jouw jurk zie je 't verschil niet.
1:05:11
Het verschil tussen laat-Cher
en vroeg-Howard Keel.
1:05:16
Eten. Als je er voor tien uur bent,
krijg je nog 'n goeie plaats.
1:05:21
Zin om te dansen?
-Kun je dansen zonder hemd?
1:05:26
Heb je tepel-piercings
of 'n mama-tatoeage?
1:05:30
Je bent niet echt gespierd,
maar je komt er wel in.
1:05:40
Even weg,
kunnen jullie over me kletsen.
1:05:43
Doen we.
1:05:53
Wil je 'n Advil?
-Hoe weet je dat?
1:05:56
M'n couscous, dat was het.