:23:26
Waar was je?
Ik kan m'n vanghandschoen niet vinden.
:23:29
- We vinden hem wel.
- Ben je gaan varen?
:23:32
- Is Paige klaar?
- Jij bent lang weg geweest.
:23:36
- Heb je onder je bed gekeken?
- Ben je gaan varen?
:23:39
Kijk onder je bed. Paige, de Lloyds zijn er.
:23:44
- Is Beau wakker?
- Ik heb 'm niet gezien.
:23:47
Ben je op 't meer gaan varen?
:23:50
Niet zo snel.
:23:53
- Dat wordt de loopplank.
- De Lloyds wachten.
:23:56
- Waar was jij vanochtend?
- Ik zie hem niet.
:24:01
Dylan, je moet nu echt gaan.
:24:05
Dan moet je maar 'n handschoen
van iemand lenen.
:24:09
- Dat gaat niet.
- Natuurlijk wel.
:24:14
Wie gaat me z'n handschoen lenen?
:24:16
Je vindt wel iemand. Vooruit.
:24:20
- Een beetje laat?
- Het spijt me.
:24:22
Kun jij ze ophalen? Ik moet gaan tennissen.
:24:26
- Als 't niet...
- Dat lukt wel. Geen probleem.
:24:29
Fijn. Dag.