:42:09
Waar is het geld dat we u leenden ?
- U luistert niet. Het geld zal...
:42:13
Zeg nooit 'zal'. Zeg altijd 'is',
zoals 'het geld is'.
:42:50
Kan ik je helpen ?
- Wiens auto is dit ?
:42:53
Geen idee. Op een dag stond hij hier.
- Wanneer was dat ?
:42:57
Dat weet ik niet precies.
Een paar maanden geleden.
:43:01
Wij hadden vroeger zo'n auto.
- Je mag hier eigenlijk niet komen.
:43:12
Dat van daarnet was niets.
Een zakelijk probleempje.
:43:18
Hopelijk ben je niet erg geschrokken.
Mensen doen raar over geld.
:43:24
Ik wilde niet zomaar langskomen. Ik
wachtte op Vicki, maar die kwam niet.
:43:30
We hebben Vicki ontslagen. Erin
zou je ophalen, maar ze was te laat.
:43:34
Wacht. Hebben jullie Vicky ontslagen ?
- We konden niet anders.
:43:38
Ze gaf je zonder
onze toestemming een lift.
:43:41
Alleen naar Santa Monica
om wat vrienden te zien.
:43:47
Hoe wisten jullie dat ze me bracht ?
- Hoe we dat wisten ? Dat is onze taak.