1:27:05
Hij is in slaap gevallen.
We gaan de plannen wijzigen.
1:28:13
Waarom zou hij dat doen ?
1:28:16
Hij is stomdronken. Hij heeft een
hele fles wodka leeg gezopen. Kijk.
1:28:25
Ik denk dat ik nu eindelijk
begrijp wat ik zie.
1:28:46
Begleiter, wat is er aan de hand ?
- Laat uw vrouw daar even naar kijken.
1:28:53
Ze is niet thuis.
- Uw secretaresse zei dat u thuis was.
1:28:57
Ik heb hierheen gebeld, maar niemand
nam op. Daarom ben ik nu hier.