:33:14
Wat doe je nou ?
- We gaan bellen.
:33:18
Met wie ?
- Met Jerry.
:33:20
Zeg dat Leroy bij je staat
en dan hang je op.
:33:24
Leroy ?
- Dat klopt.
:33:27
Dan hang je op.
:33:29
is dat alles ?
- Het is genoeg. Geloof me.
:33:38
Bel je nog of moet ik je dwingen ?
:33:42
ik bel wel.
- Fijn.
:33:46
Bel op.
:33:48
Wat is 't nummer ?
- Je weet 't nummer.
:33:56
ik weet niet waar hij is.
Jij hoort 't te weten.
:33:59
Wou je zeggen dat je geen nummer
hebt ? Een motel, hotel ?
:34:03
Luister je niet ? We zijn
uit elkaar. Niet meer samen.
:34:08
Waarom zou ik 't nummer hebben ?
:34:21
Je hebt vertrouwensproblemen.
:34:26
Je hebt één minuut.
:34:45
ik ben 'n prof.
ik doe dit voor de kost.
:34:48
Fijn voor je.
:34:59
Je verdoet je tijd.