1:06:04
Of wel?
1:06:08
Wat zijn dat?
1:06:13
Tabletten tegen de migraine.
1:06:17
Die u altijd slikt.
1:06:19
lk wil alleen zijn.
1:06:47
Kom, kind.
1:07:11
Anne heeft alles verteld.
1:07:18
lk heb er geen verklaring voor.
1:07:22
lk heb zelfs nog even gedacht
dat er geesten in huis waren.
1:07:26
lk heb het niet over die geesten.
1:07:29
lk heb het over die dag.
1:07:38
lk weet niet wat je bedoelt.
-Zeg dat het niet waar is.
1:07:42
Wat is er gebeurd?
1:07:45
Gebeurd?
1:07:52
lk weet niet wat er met me gebeurde.
1:07:56
Die bedienden waren die nacht
vertrokken, zonder wat te zeggen.