:19:03
Je ruikt naar zoete,
rode pruimen...
:19:08
...en een kaastosti.
:19:18
Dat hoor ik wel vaker.
:19:22
Kom maar.
:19:25
Ja, ze is dood.
:19:27
Gaat ze naar de hemel?
-Absoluut.
:19:30
Ze heeft hele schone tenen.
:19:34
Waar ben ik?
:19:35
Op de kinderafdeling
van het St Vincent ziekenhuis.
:19:39
Ik ben de dokter.
Je kunt beter niet praten.
:19:46
Ik ben verlamd.
:19:49
Je kunt alles be wegen,
dan ben je niet verlamd.
:19:56
Dank jullie wel.
Hoe is het met de patiƫnt?
:20:00
Het was kantje boord.
-En wat raadje aan?
:20:04
Ze moet meer vocht hebben.
-Geef haar maar 10 cc chocomel.
:20:09
Heel goed.
:20:13
Jij bent...
-Steve Edison, kinderarts.
:20:18
Ik ben Mary...
-Fiore.
:20:20
Ik heb in je portefeuille gekeken.
:20:23
Je hebt al je creditcards
op alfabetische volgorde.
:20:27
Hier isje status.
Geen botbreuken.
:20:32
Hemoglobine in orde.
:20:33
We wachten nog even op de scan
en dan kun je gaan.
:20:36
Deze kan wel af.
:20:39
Je hebt een dikke nek.
-Dikke nek?
:20:42
Ik bedoel er niks mee, maar al mijn
patiƫnten zijn jonger dan zes.
:20:57
Wat heb je aan je hand?
:20:59
Jij bent erop gevallen,
met je dikke nek.