:48:15
Wat doe je hier?
:48:18
Antwoord. Wat doe je?
-Een onderzoek.
:48:22
Een onderzoek? Waarover?
:48:24
De dood van Vidocq.
:48:26
Jij?
-Ik ben zijn biograaf.
:48:29
Zijn officiƫle biograaf.
:48:31
Verdwijn, onnozele.
Je bent dommer dan dom.
:48:35
Denkt u zo sterk te zijn?
:48:37
De waarheid stinkt. Wat kan ik doen?
:48:43
Waarom waarschuwt u de politie niet?
-Ik wacht mijn tijd af.
:48:45
Ik ken weldra
diegene die alles heeft opgezet.
:48:48
Hij die de drie perverse
mannen inspireerde.
:48:51
Ben je verbaasd?
:48:53
De dood van Vidocq verraste me.
Anders was 't al geregeld.
:48:56
Vidocq en ik zaten op hetzelfde spoor.
:48:59
Welk spoor?
-De blazerij.
:49:01
De glasblazerij?
-Ja.
:49:02
En het verband met de bliksem?
:49:04
De moorden? En de maagden?
-Beroepsgeheim.
:49:09
Ik ging erheen toen hij de dood vond.
:49:11
Vandaar dat ik het
als eerste publiceerde.
:49:15
Froissard,
de snelste schrijver van Parijs.
:49:17
Bent u gek? Het is geen wedstrijd.
Het gaat om moorden.
:49:21
En, alles goed?
:49:23
Ja, ik geef raad aan die nieuweling.
:49:27
Het is het moment niet.
:49:28
We hebben je nodig. Vooruit.
:49:31
In orde. Ik kom.
:49:34
Ik weet waarom u
de politie niet waarschuwde.
:49:36
U hebt niets concreets.
-Feiten.
:49:40
Stukken en brokken.
-Ik heb getuigen.
:49:41
Zuiplappen. Alcoholisten.
:49:43
Ik heb een eersteklas getuige.
-Wie?
:49:47
Ik.