25th Hour
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:58:00
Oh, ja?
- Ik staak de bewijsvoering.

:58:01
Jij gaat mij vertellen
over realiteit?

:58:04
Jacob, jij bent een rijk Joods kind
van de [Upper East Side]

:58:06
die zich schaamt voor zijn rijdom.
:58:09
Je loopt ongelukkig rond 24-7
:58:12
om goed te maken dat je met een
gouden lepel in je mond bent geboren.

:58:15
Krijg de kolere.
:58:17
Wee je wat?
:58:18
Dat is kinderachtig liberaal gelul.
:58:22
NMoem je dat realiteit?
:58:32
Dus, hoe zit het met Monty?
:58:36
Eens kijken.
:58:41
Monty draait de bak in.
:58:43
Hij is een doughnut,
een grote dikke nul.

:58:50
Laten we spijbelen.
Alleen vandaag.

:58:52
Dus we gaan niet.
:58:54
Laten we naar mijn huis gaan.
:58:57
Kom op, Nat.
:58:58
Mijn moeder komt pas laat thuis.
:59:01
En er is eten.
:59:03
Fijn, want ik ben blut.
:59:04
Vito's huis.
:59:05
En?
:59:06
Wat is dat?
:59:07
Niets. Maakt me niets uit.
:59:10
Maakt het je niets uit, Nat?
:59:11
Wat bedoel je?
:59:13
Ja, akkoord.
:59:14
Je vond hem toch altijd al leuk.
:59:16
Ik heb hem nooit gemogen.
:59:17
Je bent altijd bezig ons te koppelen
:59:19
omdat je wilt dat ik je
schoonzus wordt,

:59:20
maar dat zal nooit gebeuren.
:59:22
Doe nu maar niet alsof
je hem nooit leuk vond?

:59:24
Nat, alsjeblieft.
:59:26
Elke dag als je hier bent...
:59:28
'Vito, breng me naar huis...'
:59:29
Elke dag? Wat een onzin.
:59:31
Hij is trouwens toch altijd met dat meisje.
:59:33
Wat is er Simon?
- Monty, hoe gaat het?

:59:35
Goed je te zien.
- Goed om jou ook te zien.

:59:37
Wie is dat?
:59:39
Een nieuwe. Gouwe kerel.
:59:41
Je weet toch wat ik je heb gezegd.
:59:42
Hij is groot.
Het is net als 'Piep, piep...'

:59:44
let op jezelf man, snap je wat ik bedoel?
:59:45
Akkoord Simon, ik let wel
op mijn zaakjes, oké?

:59:47
Ik probeer alleen maar te helpen.
- Oké, rustig aan maar.

:59:49
Wanneer heeft hij het uitgemaakt?
:59:52
Een maand geleden.
:59:53
Maar zij laat hem niet met rust.
:59:55
Ze belt steeds en hangt weer op.
:59:57
Alsjeblieft. Alsjeblieft.
:59:59
Heeft hij het uitgemaakt of
heeft zij het uitgemaakt?


vorige.
volgende.