:08:02
Het is maar een bal !
:08:04
Wat doe je ?
:08:05
Hij is een eikel.
- Hij is geen eikel !
:08:07
Je bent nu niet op school.
- Dat weet ik !
:08:09
Hoe laat ben je opgestaan vanochtend ?
:08:11
Dat weet ik niet.
- Toch wel.
:08:12
Nee, ik weet het niet !
- Waarschijnlijk zo rond 200, schat ik.
:08:17
Laat hem met rust.
Hij is kleiner dan jou.
:08:19
En dan ? Hij is ouder.
- Ja, maar jij bent groter.
:08:22
Waarom kom je voor hem op ?
- Ik kom niet voor hem op.
:08:24
Jawel, dat doe je verdomme.
- Vloek niet.
:08:29
Hier, het is al goed.
Ik heb mijn sleutel.
:08:31
Kom op !
- Schreeuw niet.
:08:33
Wat is ze aan het doen ?
- Geen idee.
:08:34
Ze is waarschijnlijk op het toilet of zoiets.
:08:37
Wat is er met je ?
:08:39
Wat scheelt er met je, bedoel je.
:08:43
Ja, alles is in orde met me.
:08:53
Wat heb je liggen doen ?
- Niets. Een beetje gelezen.
:08:58
Hoe is het op het werk ?
:09:00
Goed.
:09:01
Iedereen oké ?
:09:03
Ja.
:09:07
Wat valt er te eten ?
:09:09
Kip en groentetaarten.
:09:12
Wil je een koekje ?
- Nee.
:09:18
Alles in orde met je ?
- Ja.
:09:21
Geen last van een whiplash
of iets dergelijks ?
:09:25
Ze is opgedonderd.
- Serieus ?
:09:28
Heb je gegevens voor
de verzekering uitgewisseld ?
:09:33
Ik stopte aan de kant, oké ?
Zij gaf gas en verdween.
:09:37
Dat is niet echt netjes, is het niet ?
:09:40
Verdomde vrouwen.
:09:42
Zonder hen zou het maar
niets zijn, maat.
:09:50
In ieder geval, misschien heeft
ze je een plezier gedaan.
:09:52
Wat bedoel je ?
:09:56
Als het niet gebeurd was,
had jij misschien...
:09:58
na de volgende bocht
een kind doodgereden.