:12:17
In orde.
:12:18
Wat heb je daar ?
:12:21
Hamburgerbroodjes. 36 stuks.
:12:25
We gaan ze niet allemaal opeten.
:12:27
Nee, maar het is in orde.
Ze zijn lang houdbaar.
:12:29
Wat is de houdbaarheidsdatum ?
:12:32
24 oktober.
:12:36
Dat is over vier maanden.
:12:39
Wat zit er dan voor spul in ?
:12:41
Weet ik niet. Iets chemisch.
:12:47
Ik pikte een vent op
bij de cash-and-carry.
:12:49
Hij wilde ze terugbrengen.
Dat lukte niet.
:12:53
Toen kreeg ik ze als fooi.
:12:56
Hij was dronken.
:12:59
Hij had ze gekocht voor een barbecue,
maar niemand was komen opdagen.
:13:04
Dan moeten we maar
hamburgers kopen.
:13:17
Oké, jongen ?
:13:21
Wat heb je vandaag dan gedaan ?
:13:23
Hij heeft vandaag gevochten.
:13:25
Wat ?
- Donder op, mam.
:13:27
Rory, wil je alstublieft niet
meer tegen me vloeken ?
:13:30
Heb je weer iemand geslagen ?
:13:31
Luister niet naar haar.
Ze snapt er niks van.
:13:33
De reden is dat hij
niets te doen heeft.
:13:35
Hou je mond ! Hij vroeg erom.
:13:37
Hij hangt hier de hele dag rond,
op zoek naar problemen.
:13:39
Ik zoek geen problemen !
Ik heb niks gedaan !
:13:42
Wanneer neem je hem mee
naar het arbeidsbureau ?
:13:43
Godverdomme !
Ik zoek werk wanneer ik dat wil.
:13:45
Dat is niet jouw zaak.
:13:46
Hou op met zeuren !
:13:48
Rustig maar, Rory.
Niemand bemoeit zich met jou.
:13:50
Ik probeer alleen maar te helpen.
:13:54
Donder op !