:07:00
Het komt wel goed.
:07:03
Schiet op !
:07:06
En bel Penny.
- Wat ?
:07:08
In de Safeways.
:07:13
Ja.
:07:16
Ze werkt in een
bejaardentehuis.
:07:19
Ik ben trots op haar.
:07:21
Dan bent u een gelukkig man.
:07:23
We gaan allemaal een keer dood.
:07:25
Zonder twijfel.
:07:31
Was dat een koopje ?
:07:33
Natuurlijk. Het is voor
mijn klant in New York.
:07:39
En uw zoon ?
Werkt hij met u bij de taxi ?
:07:42
Nee, hij doet helemaal niks.
- Hoe bedoelt u ?
:07:44
Wat zegt u ?
- Hoezo doet hij niets ?
:07:47
Hij doet een heleboel niets.
:07:49
Als eten een olympisch onderdeel was,
:07:54
dan zou hij nu wereldkampioen zijn.
:07:55
Is het een grapje ?
Het is erg grappig.
:08:02
Is hij even dik als u ?
:08:05
Ja. Het is een grote jongen.
:08:10
Mam.
:08:15
Wat is er ? Wat ?
:08:18
Ik moet een ziekenwagen bellen.
:08:20
Wat is er gebeurd ?
:08:23
Mam !
- Een hartaanval.
:08:25
Wie heeft er een hartaanval gehad ?
:08:29
Verdomme !
:08:30
Ga verdomme uit de weg !
:08:37
Schiet op !
:08:40
Ziekenwagen. Godverdomme.
:08:43
Dus, ik ben daar
in de brasserie.
:08:46
Ik ben blij en
ik ben mooi gekleed.
:08:50
Ik denk het is goed.
:08:51
Ik ga de vijfentwintig halen,
de verjaardag met mijn zoon.
:08:55
Het zal goed zijn. We zorgen voor
een goede verstandhouding.
:08:59
800, hij is er niet.