:19:07
Wat is er met je gebeurd ?
:19:16
Wat is dit ? Bekijk hem.
:19:20
Overal komen er slangen uit.
:19:26
Wat doe jij hier, Maureen ?
:19:29
Ik kwam met hem mee
in de ziekenwagen.
:19:38
Wat is er gebeurd, Rory ?
:19:42
Ik kreeg geen lucht.
:19:44
Hij had pijn in de borst.
:19:47
Maak je geen zorgen.
:19:51
Ik zal voor je zorgen.
:19:59
Dit is mijn kleine jongen.
:20:24
Waar is pa ?
:20:26
Hij komt er zo aan.