:41:01
Ik sta altijd vroeg op,
Rachel staat altijd vroeg op.
:41:04
Ik word niet goed van je.
:41:15
De doktor vroeg naar je.
:41:17
Over je hart en zo.
Je familie.
:41:20
Of er iemand in je familie
een hartaanval had gehad.
:41:23
Je oom Dougie,
of niet soms ?
:41:26
Mijn oma heeft er een gehad.
:41:28
Ja.
:41:32
De moeder van mijn moeder.
- Dat was ik vergeten.
:41:37
De oudste broer van mijn vader.
Hoe heet hij ook alweer ?
:41:41
In Australië.
:41:44
Dat zijn ze dan.
:41:45
Het is allemaal aan jouw kant, hé ?
Aan mijn kant is er niets.
:41:54
Ga je morgen werken, Rachel ?
:41:56
Je hoeft niet.
Je kunt je ziek melden.
:42:00
Weet ik nog niet.
:42:02
Ik ga niet.
:42:08
Als je wel gaat, als je klaar bent...
:42:12
bel mij dan even.
:42:14
Dan breng ik je naar het ziekenhuis,
om je broer te zien, oké ?
:42:18
Heb je je GSM wel aanstaan dan ?
Niet zoals vandaag.
:42:21
Je zoon ligt in het ziekenhuis
met een hartaanval...
:42:23
en jou kunnen we nergens bereiken.
:42:25
Ze kunnen mij wel bereiken
in geval van nood,
:42:27
maar zijn vader kunnen
we nergens bereiken.
:42:32
Waar was je trouwens ?
Wat heb je de hele dag gedaan ?
:42:38
Ik heb hem uitgezet.
:42:39
Ik weet dat je hem hebt afgezet.
Waarom heb je dat gedaan ?
:42:44
Ik had er genoeg van.
:42:46
Je had er genoeg van ?
Waar had je genoeg van ?
:42:48
Je was vijf minuten aan het werk,
dus heb je hem maar uitgezet ?
:42:52
Wat kan ik uitzetten als
ik er genoeg van heb ?
:42:55
Ik was het beu elke morgen op
te staan, naar mijn werk te gaan...
:42:58
te winkelen, thuis te komen,
eten te maken...