:56:01
Het is een drukke dag morgen.
:56:17
Hij moet hier ergens liggen.
:56:26
Daar.
- Ja.
:56:29
Ja, daar is hij.
:56:31
Lekker bij het raam.
:56:36
Alles in orde ?
:56:45
Er zijn geen stoelen.
:56:48
Daar staan er een paar.
:56:58
Zit je goed daar, Rachel ?
:57:01
Ja, dank je.
:57:09
Hij ziet er beter uit vind je niet ?
:57:11
Hij heeft wat kleur gekregen.
:57:13
Ja.
:57:14
Hoe hebben ze je hier gekregen ?
:57:16
In een rolstoel.
:57:18
Echt waar ?
- Ja.
:57:19
Ik heb wat bananen voor je meegebracht.
:57:21
Bedankt.
:57:23
Ik heb ook wat voor jou.
:57:25
Wat dan ?
- Maak maar open.
:57:30
Wat is dat ? Een handdoek ?
:57:32
Nee, het is een badjas.
:57:33
Waar heb ik een badjas voor nodig ?
:57:37
Voor als je naar het toilet gaat en zo.
:57:39
Oké, doe hem daar maar in.
:57:45
En dit ? Slippers ?
:57:47
Ja.
- Dank je wel.
:57:49
Het zijn mocassins, niet ?
- Ja, hele mooie.
:57:52
Die komen wel van pas.
:57:57
Heb je al wat gegeten ?
:57:58
Ja, vis.