Analyze That
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:13:00
We gaan!
1:13:01
Waarmee beginnen?
1:13:03
Kom op!
1:13:04
Paul, je verzwijgt iets voor me!
1:13:07
Ik wil weten wat er gaande is.
1:13:08
Ik ga niet weg
voordat je dat vertelt.

1:13:10
Lazer op of
je krijgt klappen.

1:13:34
Oké, dit is iets groots
1:13:38
we krijgen maar één kans
1:13:40
en het kan wel op 1000
manieren verkeerd gaan.

1:13:42
Dus, luister goed allemaal.
1:13:45
De federale goudopslagplaats
in Manhattan.

1:13:49
Drie keer per jaar gaat
1:13:52
een partij goud in een zwaar
bewaakte gepantserde wagen

1:13:55
van de opslagplaats
naar een kluis op een andere locatie.

1:14:03
03.00 uur 's ochtends,
dat is 8 uren van nu

1:14:07
overvallen we die wagen.
1:14:22
Wat is dit nu weer?
1:14:25
Hij stond te luistervinken.
1:14:28
Hallo, jongens!
1:14:29
Loos 'm!
1:14:30
Hoi Carol!
1:14:31
Je gaat eraan, klootzak!
1:14:32
Weg met dat wapen!
1:14:33
Weg met dat klotewapen!
1:14:35
Leg weg dat ding!
1:14:37
Waar ben je mee bezig?
1:14:38
Wat denk je?
Hij kan iedereen hier verlinken!

1:14:40
Blijf met je gore
poten van hem af.

1:14:41
Hij hoort bij mij.
1:14:42
Oh ja, hoe bedoel je?
Tijdens de klus?

1:14:45
Gaan we weer de
"wat-mot-je" scène herhalen?

1:14:47
Hij hoort erbij of hij
gaat eraan, zeg het maar.

1:14:50
Ik denk dat 'erbij' wel beter is
1:14:51
Als ik mocht stemmen, dan
zou ik 'erbij' stemmen.

1:14:55
Hij hoort erbij.
Ik ben verantwoordelijk voor hem.

1:14:59
Geen verrassingen meer.

vorige.
volgende.