1:27:03
Wat?
Maak me af, niemand zal ze vinden.
1:27:08
Ze zullen sterven. Alleen.
1:27:11
In een zwart gat.
En dat zal jij moeten dragen.
1:27:17
Je kent me. Je weet dat ik ze heb.
1:27:21
Wat wil je?
- Ik wil dat je leeft.
1:27:26
Ik wil ook dat ik blijf leven.
1:27:28
Ik wil dat het weer begint, weet je,
de strijd tussen goed en kwaad.
1:27:34
Zie je het niet ik breng je terug
naar de plaats waar je hoort te zijn?
1:27:38
Geen interesse.
1:27:40
Gelul. Die dag in de auto,
hoe voelde je je ook alweer?
1:27:44
Wat was dat woord nou?
1:27:46
Je voelde je verbonden.
Ik kwam bijna klaar toen je dat zei.
1:27:51
Dat zijn wij Terry.
Dat zijn jij en ik.
1:27:54
Dat zijn wij. Zo moet het zijn.
1:27:57
We zijn Kain en Abel.
Kennedy en Oswald.
1:28:01
We zijn de stront aan iemands schoenzool.
1:28:11
Ik moet nu gaan.
1:28:14
En jij komt me niet achterna.
1:28:17
Je schraapt me niet van die zool af.
1:28:23
Je gaat naast de telefoon zitten wachten
omdat ik je af en toe bel...
1:28:28
en als ik me gesetteld heb,
dan laat ik Graciella en Raymond gaan.
1:28:33
Dan kunnen jij en ik weer overnieuw beginnen.
1:28:40
Ik hoop dat je net zo vaak
aan mij denkt als ik aan jou.
1:28:55
Helemaal gek!
1:28:57
Bel een ambulance!