1:18:02
Ik mocht z'n naam en z'n penning lenen.
1:18:06
Daarna ging 't vanzelf.
Ik moest me alleen aanpassen.
1:18:10
En daar ben je goed in, hè etterbak?
1:18:13
Ben je er zo achter gekomen
dat dit oord bestond? In de kroeg?
1:18:17
Dat doet er nu niet meer toe.
1:18:19
Het gaat erom dat ik ijou
eerder pak danijiij miij.
1:18:31
De mensen zullen vragen ofik gek was.
1:18:34
Juist niet.
Een gek kriijgt zoiets nooit voor elkaar.
1:18:39
Die sterfgevallen, ook die van Mary,
waren doordacht. Ik wou iets bewiijzen.
1:18:44
Je moet de natuur
gewoon z'n gang laten gaan.
1:18:48
Ieder z'n plicht, en die voerde ik uit.
1:18:51
En nu zie ije me dan eindeliijk.
1:18:54
Wat nu?
1:18:55
Je voeltije nooit zo levend
als wanneerije iemand ziet sterven.
1:19:00
Net als toen ik naar die arme Mary keek.
1:19:04
Maar ook deze keer
1:19:07
ben je te laat.
1:19:09
Ik neem aan
dat je nu naar die arme Noah kijkt.
1:19:31
Déijà vu.
1:19:33
Hoeveel herkansingen krijg je in 't leven?
1:19:36
Denkije datije me kunt tegenhouden?
1:19:52
Lopen, Jenny.
Lopen.
1:19:54
Je bent te jong om te sterven.