:18:05
Je hebt me verteld om de klus te klaren.
Ik probeer de klus te klaren.
:18:10
We geven Zekie z'n snack en
dan gaan we slapen. Waar is Zeke?
:18:14
Nou, hij is alleen maar...
:18:16
Hij zit toch niet weer in de wand, he?
:18:19
Ik wilde een rooster halen.
Ze hadden niet het juiste formaat...
:18:24
Je zou al een maand geleden
het huis verbouwen.
:18:28
Ik denk niet dat je weet wat je doet.
:18:31
We moeten Zeke kattenvoer geven en
daar houdt hij niet van.
:18:35
God verhoedde dat een kat, kattenvoer
moet eten. Die kat is verwend.
:18:40
Als hij een kind was, zouden we hem
naar de militaire school sturen.
:18:43
Arme Zekie.
:18:45
Laten we liegen en zeggen dat het tonijn is.
- Oké.
:18:48
Je houdt hem niet voor de gek. Hij is slim.
:18:51
Zekie-doodle.
:18:53
Kijk eens wat we voor je hebben.
:18:56
We hebben tonijn.
:19:02
Kom met je bonte kattenreet eruit!
:19:25
Zeke.
:19:50
Wat gebeurt er?