:04:00
Wat heeft dat er nou mee te maken?
Hij is een lekker, groot stuk taart.
:04:06
Geloof je me? Een lekker stuk worteltjestaart.
:04:09
En als zo'n jongen, die leuker
is dan jij, jou aardig vindt....
:04:13
Is hij leuker dan mij?
:04:15
Geef toe, niemand zal ooit
achter jou aangaan vanwege je uiterlijk.
:04:18
Da's balen, want ik ben een ontzettend leuk iemand.
:04:24
Kop soep.
:04:29
Jij schrijft niet echt boeken hè?
:04:31
Nee.
:04:32
Ik heb Finnegans Wake ook niet
echt gelezen.
:04:37
Ik ga de wet ....
:04:38
.... verdedigen.
:04:41
Voor wie is de roos?
:04:46
Smakelijk eten.
:04:48
Hé!
:04:54
Jou.
:05:01
Hoeveel heb je ingezet?
:05:04
Wat zeg je?
:05:06
De weddenschap. Hoeveel is het?
:05:13
Jij en je vriend, gisteren, was het tweehonderd dollar.
:05:17
Was het vijfhonderd dollar? Hoeveel?
:05:21
Wat?
:05:23
Hij heeft met zijn vriend gewed...
:05:26
...dat hij voor morgenmiddag
in jouw broekje heeft gezeten.
:05:30
Zijn dat jullie zaken?
Wat is dit, de moraalpolitie?
:05:34
Rustig aan. Ik maakte gewoon een geintje.
:05:38
Wat was het, tweehonderd of vijfhonderd dollar?
:05:42
Ik wil weten wat ik waard ben.
:05:45
De weddenschap ging om tweehonderd dollar.
:05:47
Maar nu ik je ken......
:05:51
...een veel te hoog bedrag.
:05:57
Kom hier niet terug.....
:05:59
nooit meer.