1:02:06
Jezus christus.
1:02:13
waar ga je heen?
1:02:35
Veel van de geesten zijn vrij
om bij hun familie te zijn.
1:02:38
Waarom ben jij dan niet bij
jouw familie?
1:02:45
We zitten hier gevangen.
1:02:47
Wie?
1:02:49
Mijn medepassagiers en ik.
1:02:52
Zelfs diegenen die niet gemerkt zijn.
1:02:55
Gemerkt?
1:02:57
Katie...wat bedoel je daarmee?
1:02:59
Als de boot vol is...
1:03:02
Het is goed...je kan het me wel vertellen.
1:03:05
Als hij alle zieltjes
heeft die hij nodig heeft...
1:03:09
...en aan z'n quota heeft voldaan...
1:03:12
...worden we allemaal overgebracht naar...
1:03:18
Wat is er?
Wat is er aan de hand?
1:03:22
Wat is er, Katie?
Wat is er aan de hand?
1:03:24
Hij wil niet dat ik met jou praat.
1:03:26
Wie is hij?
Zij zijn niet als de anderen.
1:03:29
Katie, je moet het me vertellen...
1:03:31
Je moet nu weg gaan.
Verlaat het schip nu je nog kan.
1:03:35
Katie, wat...?
1:03:39
Katie.
1:03:42
Katie.
1:03:44
Abs.
1:03:46
Kom op!
1:03:48
We moeten weggaan.
1:03:53
Waar ga je heen, Murphy?
Wat...?
1:03:58
Wat is er? Ik ben het.