:49:30
Ja?
:49:32
Vittorio?
:49:35
De burgemeester is weg voor een tijdje.
:49:38
Meneer Vendice?
:49:40
Ja.
:49:42
De burgemeester wil dringend met u spreken.
:49:45
Nu? Waar?
:49:47
Hier in zijn kantoor.
:49:49
Ik ben er zo.
Is ze weg?
:49:55
Ja, dat is geregeld.
:50:01
Ik weet dat het laat is,
maar ik moet daar naartoe.
:50:05
Het is heel belangrijk. Je moet niet op me wachten.
Ik maak je wel wakker als ik thuis kom.
:50:12
Ik weet het...
:50:15
Tot ziens.