:25:13
Je telefoon.
- Neem maar op.
:25:23
Niemand.
:25:26
Het is een speeltuin
voor wie rijk en onervaren is.
:25:38
Ik ga werken.
- Zal je aan me denken?
:25:41
Wat doe jij vandaag?
- Aan jou denken.
:25:45
Wil je leren klimmen?
- Tuurlijk.
:25:48
Kom na het werk naar me toe.
:26:36
Goed zo.
:26:37
Hij is niet zo sterk
als vorige week.
:26:40
Hij komt er wel.
:26:48
Wat leuk jou te zien.
:26:53
Trek je je klimgordel aan?
- Ik denk het.
:26:56
Stop je voeten erin
en trek hem op zoals een broek.