:27:04
Geweldig.
:27:10
Zo, ja.
Vouw het terug, zo moet het.
:27:14
Hij past goed.
- Bedankt.
:27:22
Het is oké. Ik help haar wel.
:27:25
Hoe gaat het?
- Goed.
:27:27
Het spijt me.
:27:29
Laat me het even controleren.
:27:34
Dat zit goed.
:27:39
Ze is mijn zus, maar ze maakt
me gek. Iets chemisch, denk ik.
:27:43
Klaar?
- Misschien.
:27:45
Komaan.
:27:50
Eindelijk, Alice.
:27:53
De jongen van de bergen
gevangen.
:27:56
Alice, dit is Klaus. Klaus, Alice.
- Ik vond je boek goed.
:28:02
Bedankt.
:28:05
Leuk je te ontmoeten.
:28:10
Het ziet er moeilijk uit.
- Het zit in je hoofd.
:28:32
Mijn smaak van kleren
is veranderd.
:28:35
Ik kocht
een doorzichtig roze T-shirt.
:28:39
Over de lingerie zwijg ik.
:28:41
Goed. Ik zit nog met grote,
witte, katoenen onderbroeken.
:28:47
Sorry. Ik ben wat opgewonden.
:28:51
Heb je Jake nog gezien?
:28:54
Tuurlijk.
Hij is al 15 jaar mijn vriend.
:28:58
Hoe gaat het met hem?
- Hij rookt weer en is in de war.