:51:07
En, wil je er een artikel
over schrijven?
:51:12
Hij is niet van de koninklijke
familie of zo, maar toch.
:51:17
We kunnen er geld uitslaan,
Joanna.
:51:26
Zo werkt het niet.
- Jawel.
:51:28
Wie zegt wie het met wie doet,
verdient hopen geld.
:51:34
U hebt geen bewijzen.
Het is uw woord tegen het zijne.
:51:40
Niet te geloven. Wat als ze de
krant belt? Dan ontslaan ze me.
:51:46
Denk je
dat je zomaar mag rondneuzen?
:51:49
Ik wist dat ik niet
had mogen bellen. Sorry, Alice.
:51:54
Ik wou dat je het wist.
Onschuldige nieuwsgierigheid.
:51:57
Onschuldig? Uit nieuwsgierigheid
sterven mensen.
:52:02
Wat zou jij in mijn plaats doen?
- Ik heb geen man.
:52:06
Jij hebt er een die gek op je is.
:52:11
Ja. Ik moet hem vertrouwen.
:52:38
Mensen hebben hun verhaal.
U en ik, iedereen.
:52:43
Maar ik weet niet één volledig
verhaal over mijn man.
:52:47
Wat ik van hem wist,
kwam uit een boek of een krant.
:52:52
Of het waren dingen
die ik van anderen vernam.
:52:55
Ik kon het niet helpen.
Ik moest meer weten.