:53:02
Ik had niet gedacht dat
ik nog meer kleinkinderen kreeg.
:53:08
Je hebt geld nodig voor kleren.
:53:12
Tweeduizend kronen om voor jezelf
wat mooie kleren te kopen.
:53:16
Je bent zo verdraaid mooi.
:53:20
Dat ben je, verdorie.
:53:25
Moet dat spul niet uit je mond?
:53:29
Dat mag niet van mama.
- Het zijn jouw tanden.
:53:32
Ja, het zijn mijn tanden.
:53:34
Wees niet bang voor je moeder.
Ik heb haar luiers verschoond.
:53:38
En deze twee gaten?
- Die man heeft hier geleefd.
:53:42
Dat is te zien.
- Hoe zit het met slijtage?
:53:47
Hij had maar één telefoon, toch?
Dit is vast het stopcontact.
:53:52
En?
- Het is stuk.
:53:54
Dit is toch vrij nieuw tapijt?
- Zo ziet het er wel uit.
:54:13
Ik vroeg me af of je dit wilt lezen.
:54:17
Ik weet dat het einde vreemd is.
- Graag.
:54:22
Het is echt onwaarschijnlijk en...
- Kom binnen.
:54:28
Zo gaat het normaal niet.
:54:32
Er is iets mis met de deur.
:54:35
Daar zit een lange kras.
- Waar?
:54:38
Hier.
- Ik zie 'm niet.
:54:41
Kijk.
- Ik zie geen kras.
:54:44
Die moet opnieuw geschilderd worden.
:54:46
Waar zit de kras?
- Kijk hier.
:54:50
Je maakt zeker een grapje.
:54:55
Ik koop dat bekraste deurtje wel,
Verder nog iets?