:29:02
Ik ben wakker.
:29:05
Ja.
:29:09
Hoe kom jij hier ?
:29:13
Hoe bedoel je ?
:29:17
Waar denk je dat je bent ?
:29:19
Waar denk je dat je nu bent ?
:29:24
Thuis.
:29:28
Waar is thuis ?
:29:32
Met jou, waar we wonen.
:29:36
En herinner jij je ergens anders met mij,
met mij samen ?
:29:44
Ons appartement.
:29:46
Beschrijf het.
:29:50
Donker, heel donker.
:29:55
Er zijn geen schilderijen op de muur.
:30:00
en nergens foto's.
:30:03
Geen foto's op de koelkast zelfs.
Wat ik altijd al raar vond.
:30:09
Herinner jij je waar we elkaar
voor het eerst zagen ?
:30:16
Op een trein.
:30:37
Ik ben zo blij je te zien.
:30:42
Ik hou zoveel van jou.
:30:51
Hou je niet meer van me ?
:30:59
Ik moet iets controleren bij de bemanning.