:44:03
Dat footballteam.
- Tuurlijk, wat moet ik met 'n indiaan ?
:44:08
Hij was een bekende figuur in Lincoln
Beach, reed in een rode Mustang.
:44:13
Een plaatselijke held. Goed zo.
- Als hij maar komt.
:44:24
Wat eet hij het liefst ?
- Kleine kinderen.
:44:28
Leeft hij nog ?
- Ik zou het niet weten.
:44:32
Waarom laat u die alligator zien ?
- Heb ik je laten betalen ?
:44:36
Nee.
- Nou, klaag dan niet.
:44:38
Hij was de laatste der Mohikanen.
- Die waren al uitgestorven.
:44:43
Hij was van een andere stam.
Dat weet Billy wel.
:44:47
Hé, opperhoofd.
- Hallo, eikel.
:44:50
Zeg, wat voor indiaan
was Daniel Boone ?
:44:54
Dat was een jood.
- Niet die acteur. De man zelf.
:44:58
Hoe moet ik dat weten ?
- Jij bent toch een koelbloedige...
:45:02
Creek.
- Een gewone of een shitcreek ?
:45:05
Waar was Daniel Boone dan ?
- In het bos.
:45:08
kan je niet wat preciezer zijn ? Zegt
jullie overlevering daar niks over ?
:45:13
Onze overlevering ?
- Staat dat niet in de bomen ?
:45:16
Wat weet ik nou van bomen ?
- Hebben je voorouders niks verteld...
:45:21
M" n ouders verkochten beeldjes
aan domme blanken.
:45:24
Dat meen je niet.
- Ik heb nog porseleinen eenden liggen.
:45:29
Het was niet echt een nee,
maar ze hapte niet toe.
:45:33
Ze denkt erover na ?
- Het was aan haar vader, zei ze.
:45:37
Met gefrustreerde ouwe lullen
is het moeilijk zaken doen.
:45:41
En de moeder ?
- Die is gek.
:45:43
Ze runt een theatergroep
en vangt honden op.
:45:46
Ze heeft dat restaurant nog nooit
bezocht. Zij vormt geen obstakel.
:45:52
Dus we zijn weer terug bij af.
:45:55
Die ouwe was altijd met z'n zaak
bezig, maar z'n dochter niet.