The Believer
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:41:02
Hij hield hem zo vast
dat 't bloed dat uit hem gutste...

:41:06
op mijn gezicht terechtkwam.
:41:09
De soldaten lachten.
:41:13
Toen 't bloed ophield met vloeien...
:41:18
duwde de sergeant m'n zoon
van z'n bajonet af en zei:

:41:25
Zo, je mag hem weer hebben.
:41:32
Wat deed je ?
- Hoe bedoel je ?

:41:35
Wat deed je terwijl hij je zoon doodde ?
- Wat had hij kunnen doen ?

:41:41
Terwijl de sergeant z'n zoon vermoordt ?
Hem bespringen, z'n ogen uitsteken...

:41:48
Dan was hij binnen twee tellen
zelf doodgeschoten.

:41:52
Nou en ? Nu is het een
waardeloos stuk vreten. Kijk dan.

:41:57
Je gaat terug.
- Wat denk je zelf ?

:42:00
Luister niet naar hem.
Het is toch allemaal flauwekul.

:42:04
De zogenaamde holocaust.
Die is nooit gebeurd.

:42:08
Schei toch uit.
- Echt waar. Niks zes miljoen doden.

:42:13
Hooguit 200000 joden
zijn in de kampen gestorven.

:42:16
En de deportatiecijfers dan ?
- De nazi's hielden 't zelf bij.

:42:21
Als Hitler geen zes miljoen joden heeft
vermoord, waarom is hij dan een held ?

:42:27
Overal concentratiekampen
en toch maar 200000 doden ?

:42:32
Wat een sukkel.
- Hitler was geen sukkel. Hij was echt.

:42:37
God heeft hem geschapen
om de joden te straffen.

:42:41
Niet hier, Chaim.
- Besef wie je tegenover je hebt.

:42:45
Jullie zijn de sukkels.
:42:48
Zielige mannetjes. Met jullie dromen
van haat en moorden.

:42:53
Wat hadden jullie in zijn plaats gedaan ?
- Niet werkeloos toekijken.

:42:59
Hoe weet je dat ? Jij bent nog nooit
zo op de proef gesteld.


vorige.
volgende.