1:23:00
Je bent in een badkamer.
Je bent in je schouder geschoten.
1:23:06
Je vrouw gaat vermoord worden door twee
dieven met skimaskers op.
1:23:12
Jezus.
1:23:13
Kruip je naar buiten en ga je samen dood
met haar? Blijf je? Wat ga je doen?
1:23:19
Ik weet het niet.
1:23:23
Geef antwoord.
- Oh, God!
1:23:27
Geef antwoord.
- Ik weet het niet!
1:23:30
Wat ga je doen?
- Jezus.
1:23:33
Ga je dood?
1:23:36
Of ga je vechten?
1:23:39
Ik kon het niet geweten hebben.
Ik kon het niet geweten hebben.
1:23:44
God. Ik weet niet wat je wilt dat ik zeg.
Ik kon het gewoon niet weten.
1:23:52
Vertel me.
1:23:57
Ik wou....
1:24:01
Alsjeblieft, doe het niet.
1:24:03
Het spijt me.
- Ze was zo geliefd.
1:24:07
Je hoefde haar niet te vermoorden.
- Het spijt me.
1:24:10
Dat had je niet moeten doen.
- Ik wist het niet.
1:24:19
Dat had je niet moeten doen.
Wat ga je doen?
1:24:38
Is dat het antwoord op je vraag?
1:24:42
Ik vecht.
1:24:45
Ik vecht en ik ga dood als een man.
1:24:49
Jij. Je hebt geleefd als een klootzak.
1:24:56
Je bent een lafaard.
1:24:59
En nu ga je dood als een lafaard, huh?