1:12:00
Hij ging met pensioen.
1:12:03
Hij ging de hele wereld bekijken.
1:12:09
De volgende dag,
1:12:12
was hij dood.
1:12:15
Wat verkocht hij ?
Hector ?
1:12:20
Hij handelde in postzegels.
1:12:23
Zegels ?
- Ja.
1:12:25
De verzamelaars noemden hem
'De zoeker'.
1:12:31
Hij zou alles voor je kunnen vinden.
1:12:34
Als je het kon betalen.
1:12:41
Postzegels ?
1:13:22
Wat is hij aan het doen, Reggie ?
Waar gaat hij heen ? Waar gaat hij heen ?
1:13:24
Ik weet het niet !
Alex !
1:13:27
Hou je poten thuis !
Alex !
1:13:30
Postzegels !
Waar is het ? Wat ben je aan het doen ?
1:13:32
Waar is Charlie's tas ?
Waar is hij ? Wat ?
1:13:35
Waar is wat ?
De enveloppe !
1:13:37
De postzegels !