:15:04
Tuurlijk.
:15:12
-Ik ben omgewaaid.
-Ja?
:15:15
Is alles goed, heb je iets nodig?
:15:19
-Potverdikkie. heb je gevochten?
-Nee, alleen maar gevallen.
:15:24
-Doet het pijn?
-Een klein beetje.
:15:27
-Gaaf!
-Waar ga je naar toe?
:15:30
-even de camera halen!
-probeer dit.
:15:35
-Waarom heb je de camera nodig?
-Dat is voor school, we gaan iets met bloed doen.
:15:40
Okee, kijk nu even alsof het heel erg pijn doet.
:15:43
-KLAAR?
-ja.
:15:48
Dit is perfect.
:15:50
ze is omgewaaid.
Ze heeft gebloed, en alles.
:15:54
-bij iedereen waaide de hoed van het hoofd.
-Stil, is wel alles goed?
:15:58
Ja, maar ik waaide om als een oude bejaarde.
:16:01
-Het was vernederend.
-Pa, kijk naar de foto's.
:16:06
We hebben tenminste het bewijs.
Is er iemand die we kunnen aanklagen?
:16:10
Nee, er was wel een aardige jongeman,
hij heeft me geholpen.
:16:14
Het was volgens mij een Orkaan.
:16:19
Kijk Pa, zo is het gegaan.
:16:22
-Wauw.
-Het is een Orkaan.
:16:31
Was het een knappe kerel?
een verbandje, en een Taxi.
135
:16:36
Ik voel me ziek.
:16:38
-Hè jij, begin maar aan je huiswerk?
-Maar dat kan ik niet, want ik weet niet
hoe het moet.
:16:43
Kom op, ik help je wel.
Daarna kun je mij ook even helpen.
:16:47
Heb je de naam van die kerel?
:16:50
Dan kunnen we hem een fles wijn sturen.
:16:53
Goedkope wijn.