1:40:03
Bent u daar ook, meneer?
1:40:07
Ja. Ja, Ik denk dat ik er ook was.
1:40:10
Nou, misschien heeft u daar Mr. Martel ontmoet.
1:40:14
Nee. Nee, dat zou ik me wel kunnen herinneren.
1:40:16
Misschien herkent u hem.
1:40:19
Nee, Ik hem nog nooit eerder ontmoet.
1:40:21
-Is dat hem?
-Ja.Ja.
1:40:25
Bent u in zijn apartement geweest?
1:40:28
Nee.
1:40:30
Nee, Ik ken hem nauwelijks.
1:40:31
-Ik weet niet waarom hij mijn nummer had.
-Misschien vond hij u leuk.
1:40:36
Luister, nu is het genoeg geweest.
1:40:41
Dus u bent nog nooit in zijn apartement geweest.
En in de buurt?
1:40:45
-Bent u daar weleens geweest?
-Nee.
1:40:46
Nee, niet vaak. . .
1:40:48
. . .of nee, nooit.
1:40:50
Nooit. Ik kan me laatste tijd dat ik in
SoHo ben geweest niet herinneren.
1:40:54
Het was 4 weken geleden, eigenlijk.
1:40:59
U had een bekeuring voor fout parkeren precies
voor Martel's apartment, 4 weken terug.
1:41:03
Oh, dat. Klopt. Ik heb met vrienden
koffie gedronken bij een klein cafeetje.
1:41:08
Dat was ik vergeten.
1:41:10
-Het was met Tracy en Sally.
-Oh, ja. ja. Yep.
1:41:25
Kijk. . .
1:41:28
. . .mijn vrouw heeft alles wat ze weet
verteld, net als ik.
1:41:32
Als u het niet erg vindt,
gaan we terug naar onze zoon.
1:41:35
Dat is goed.
1:41:37
-Zal ik u mijn kaartje geven?
-Ik heb uw kaart.
1:41:43
Goed.
1:41:46
-Prettig weekend.
-Jullie ook.