Uzak
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:10:16
Zoekt u iemand?
:10:18
Woont Mahmut Ozdemir hier?
Ja, die woont hier.

:10:22
We komen uit hetzelfde dorp.
Ik ben zijn neef.

:10:25
Heeft u gebeld?
Hij doet niet open.

:10:29
Soms doet de bel het niet.
:10:32
Denkt u dat hij weg is?
Ik heb hem niet weg zien gaan.

:10:38
Goedemorgen, Kamil.
Goedemorgen

:10:40
Kun je een pakje voor me aannemen?
:10:42
Ze laten me niet altijd tekenen.
:10:46
Probeer het toch maar.
Natuurlijk.

:10:49
Kamil.
Ja?

:10:52
Ga wat boodschappen doen.
:11:01
Nu meteen?
Ja, ik moet koken.

:11:05
Ok.
Haast je.


vorige.
volgende.