Absolon
vorige.
weergeven.
als.
volgende.
1:12:50
Waar bleef je nou?
1:13:36
Claire, waarom heb je hem
hierheen gebracht?
1:13:44
Wat is dit allemaal?
1:13:55
We wisten dat het medicijn
een gevaar zou zijn.
1:13:59
We namen voorzorgsmaatregelen...
vorige.
volgende.